Wednesday, March 17, 2010

Kritieken op insurrectionalisme

Insurrectionalisten proberen al vele jaren hun stempel te drukken op de anarchistische beweging in Europa en dat is hen intussen vrij goed gelukt. De insurrectionalisten zijn vandaag één van de meest zichtbare anarchistische groepen, en hun ideologie is één van de meest zichtbare neo-anarchismen.

De bekendste insurrectionalist is Alfredo Maria Bonanno (1937- ). Hij belandt regelmatig in de gevangenis. Dit hoeft ons niet te verwonderen want insurrectionalisten hebben de neiging om openlijk illegaal gedrag te omarmen. Ze bootsen ook eerder de leefstijlen van vroege Anarchisten na dan dat ze voortbouwen op veel libertaire ideologie.
Bovendien zijn ze organisatieprincipes weinig genegen, en hebben ze zeer storende illusies in het individualisme van de schrijver/kamergeleerde Max Stirner en zijn meer actieve nazaten. Ze lijken revolutie volledig los te willen koppelen van een aantal noodzakelijke sociale of politieke ontwikkelingen.

Insurrectionalisten zien zichzelf als revolutionair zonder dat ze het werkelijk zijn (waar hebben we dat nog al gehoord?) en willen met klassenstrijd bezig zijn, maar zijn in alle opzichten afgesneden van de lage sociale klasse.
Het gaat immers om een marginale, en zichzelf regelmatig marginaliserende groep die binnen het anarchisme nog altijd aan invloed lijkt te winnen, zeker bij die mensen die zichzelf duidelijk als anarchistisch profileren. Bovendien koppelt de groep elitair denken aan steun voor veel van de armsten in Europa (zoals gevangenen of vluchtelingen).
Het insurrectionalisme is een nogal authentiek anarchisme : kritiek op alles wat met macht, wetten of Staat te maken heeft is insurrectionalisten zeker niet vreemd. Bovendien zijn deze mensen zeer sterk op de negatie van bestaande samenlevingsvormen in Europa gericht, zonder regelmatig eigen alternatieven aan te reiken voor wat er misloopt, en zeker geen alternatieven die informele organisatie overstijgen.

Nawoord als verdere verduidelijking:

Wat Stirner betreft, men kan onmogelijk om het feit heen dat hij een belangrijke invloed heeft gehad op de anarchistische beweging en zeker op de vroege anarchistische beweging. Op radicaal-syndicalistische kringen heeft hij zo goed als geen invloed gehad.
Welnu, het insurrectionalisme bouwt in grote mate voort op ongeorganiseerd of weinig georganiseerd anarchisme, zeker niet veel op radicaal-syndicalisme. Daar kan je niet om heen.
Ik vind bijvoorbeeld ook niet dat het veel voortbouwt op de ideologie van Errico Malatesta, zoals het insurrectionalisme zelf wel laat uitschijnen. Het heeft gewoon meer interesse in het nabootsen van zijn leefstijl dan in het verder ontwikkelen van anti-autoritair communistische gedachten als die van Malatesta.
Op ideologie van de bekendste hedendaagse maar libertaire socialisten (Noam Chomsky, Howard Zinn, Murray Bookchin, Erich Fromm,...) bouwt het nog minder weinig voort.


Engelstalige kritiek die ook nog wat meer licht op het insurrectionalisme werpt :

Anarchism, insurrections and insurrectionalism
door Joe Black



Notes on the article “Anarchism, Insurrections and Insurrectionalism”
door José Antonio Gutiérrez D.

Wat maakt iemand anarchistisch?

Volgens mij heeft het vooral met een gevoel te maken ergens bij te horen. Als men zich weinig thuis voelt in de anarchistische beweging gaat...