Een blog van Rafa Grinfeld, libertair en gericht op sociale, democratische en gemeentelijke vrijheden.
Saturday, December 30, 2006
De deemstering komt vroeg
door Murray Bookchin
Dit is één van Murray's laatste teksten, deze zomer stierf hij na een lang leven van toegewijd links activisme en vele schrijfsels. In dit laatste schrijven blikt hij op poëtische wijze terug op zijn leven.
De deemstering komt vroeg, zoals het ook moet in de herfst van de seizoenen en de herfst van het leven. Elk deel van mijn lichaam kondigt de oneindigheid aan die weldra moet volgen – de groeiende pijn en de fatale ziekten die mijn lichaam koloniseren, het falen van mijn organen, het verlies aan energie, het verlangen naar de dood. Zelfs de samenleving lijkt te sterven, me te verlaten, haar vaarwel te gelasten. Aan diegenen die dicht bij de dood staan, dit is hoe het moet zijn. Aan diegenen die nog altijd jong zijn, ik voel niets anders dan verdriet. Hoe triest is het niet dat mijn kinderen geconfronteerd zullen worden met een volledig leven van steriliteit en angst.
Drie dagen zijn voorbijgegaan sinds Bush herverkozen is. De geschiedenis lijkt een tijdvak terug te rollen! Wat mijn leven bijeenhield was socialisme. Of er ooit een samenleving tevoorschijn zal komen die gebaseerd is op gemeenschap, zorg, en solidariteit, of ze boven alles gebaseerd zal zijn op rede, weet ik niet. Rede heeft altijd mijn overtuigingen gegidst, vaak mijn handelingen; nu dooft mijn vuur, hoe sterk ook mijn overtuigingen weer als immer zijn.
Dit is het gidsende – en pijnlijke – licht van mijn leven geweest. Socialisme is de ster waarlangs ik mijn gedachten navigeerde, hoezeer het me ook in de steek gelaten heeft en aan mijn hopen ontsnapt is. Mij kennen betekent mijn rationele ideeën kennen, niet de chronologie van de biologische gebeurtenissen kennen – mijn “boek” van het leven in orde brengen. Deze rationele ideëen, elk dialectisch geordend in aan tijd gebonden gegevenheden en onderscheiden van realiteiten, vormen de kern van mijn zijn. Alles anders telt voor persoonlijke zwaktes, ongeordende discontinuïteiten, vaak slechts omstandigheden. Het is vanuit deze erfenis der vrijheid dat mijn eigen zin voor continuïteit de dubbele spiraal van mijn gedachten ineenvlocht – in samenspel met een andere traditie en erfenis, die van de overheersing – elke erfenis vlocht zichzelf ineen met de andere. Alles samengenomen ging het om de ribbenkast van mijn zijn, zichzelf deponerend in de andere erfenis, zichzelf uitputtend in de andere traditie, tot vrijheid tot haar, voor die tijd en plaats mogelijke, meest volmaakte (indien onkenbare) vorm kwam.
Ik weet niet of er een “einde van de geschiedenis” is – waarmee ik wil zeggen dat ik niet weet of er ooit zo'n einde kan zijn. De rede verplicht me ertoe te geloven dat het nooit zo kan zijn. Maar ik hoef niet te geloven dat het zo moet zijn. Wat er moet gebeurd zijn is het volgende : de erfenis van de vrijheid moet - zowel op persoonlijk als op sociaal vlak – langzaam uitbreiding vinden. Tot ze op een punt komt dat, doorheen de interactie, ze de erfenis van de overheersing absorbeert. De twee zullen uiteindelijk één worden, in de zin dat overheersing zinloos geworden zal zijn. De overheersing zal te irrationeel geworden zijn om de vrijheid nog te kunnen weerleggen of er tegenstand aan te bieden.
Maar dit, geef ik toe, is de romanticus in mij die zich voordoet als principe van hoop. Net zoals economie een ethiek in een rationele samenleving moet worden (hetgeen de samenleving is die ik tot een bestaand iets wou zien worden), net zo geef ik de romanticus een aanvaardbare plaats in menselijke aangelegenheden. Te leven zonder een sociale romance is als zien zonder kleur. Beeld je in wat het leven in zwart en wit zou zijn, zonder gehoor – doof blijvend voor muziek. Stap voor stap zijn onze mogelijkheden zoals horen georganiseerd geluid geworden, en beleefden we de geboorte van de Marseillaise.
November 2004
Vertaling : Rafa Grinfeld
Wednesday, December 27, 2006
Het Vloekend Belang (VB) van einde 2006 : oude wijn in nieuwe zakken
Met de binnen het Vlaams Belang niet verhoopte verkiezingsuitslagen van 8 oktober, was het uitkijken naar wat de nieuwe strategie van het VB zou worden. Er is niet veel nieuws onder de zon. Filip Dewinter en Frank Vanhecke lijken nog steeds een grote greep op de partij te behouden : met andere woorden... de partij blijft de inspiratie zoeken in het “nieuw-rechtse” gedachtegoed van Alain de Benoist en co.
Wat er nieuw is aan het gedachtegoed van het VB en andere rechtse partijen is echter ook nooit zo duidelijk. Rechts heeft nu eenmaal de neiging om steeds weer oude wijn in nieuwe zakken te zijn. En van een reactionaire beweging als het Vlaams Belang hoeft men, jammer genoeg, nooit veel vernieuwing te verwachten. Dat het VB zichzelf zal moeten vernieuwen om te kunnen blijven groeien staat echter vast. Dat het VB pogingen doet om de strategie van de Republikeinse partij van George W. Bush te kopiëren, lijkt me ook niet erg geslaagd. Bush wordt immers steeds minder populair, en niet alleen buiten de Verenigde Staten.
Op een moment dat iedereen in België de mond vol heeft van de nieuwe film van Al Gore, slaagt het VB er in te doen uitschijnen dat de opwarming van de aarde een uit de lucht gegrepen idee is. Dat is vooral een idee van hardliner Filip Deman, die zichzelf graag meer op de voorgrond zou willen werken binnen de partij, maar van wie algemeen geweten is dat hij daar te weinig schrander voor is.
En ex-journalist Dewinter of voorzitter Vanhecke, wat doen zij? Ze halen hun oude stokpaardjes boven : het anti-communisme, het afgeven op de islam, en de Vlaamse onafhankelijkheid als “realistisch” idee dat ingaat tegen de “kunstmatigheid” van België. Daarnaast behouden ze hun door de marxist Antonio Gramsci, en het nieuw-links van 1968, geïnspireerde “metapolitieke” en “nieuw-rechtse” strategie : de eigen ideëen via media en andere cultuurinstellingen verspreiden in de hoop dat ze populairder worden. Het parlementarisme is nooit erg in trek geweest bij het VB, daarvoor is de partij te weinig geïnteresseerd in parlementaire democratie en regeringswerk.
Dat Vlaanderen als republiek echter nog kunstmatiger is als constructie dan de monarchie Belgïë, wil men bij het VB niet inzien. Het koningshuis blijft immers zeer populair in Vlaanderen, en meer dan 175 jaar geschiedenis van België vaagt men niet zomaar op één dag weg, wat sommige media ons ook zouden willen doen geloven, zo simpel is het niet. Dat links en de islam gecompliceerder in elkaar steken dan het VB laat uitschijnen, wil men ook niet weten bij de partij.
“Veronderstel dat Caroline Gennez in Deurne, met 70.000 inwoners zo groot als Mechelen, 43,5 % van de stemmen haalt, een vooruitgang met 5,6 %. Dan is er toch niemand in Vlaanderen die betwist dat mevrouw Gennez het initiatiefrecht heeft om een informatieronde te starten? Nee dus. Men praat niet met het VB. Maar in Hoboken wordt wel met de maoïsten van de PvdA gepraat! Stalinistische revisionisten die ontkennen dat het communisme miljoenen doden op het geweten heeft. Elke niet-socialist zou zich moeten schamen om aan dit beleid deel te nemen.”, dat zei Filip Dewinter onlangs in een interview met Het Nieuwsblad.
De manier waarop Dewinter elke vorm van communisme in een negatief daglicht stelt, is walgelijk. Ook anarchistische en andere libertaire vormen van communisme worden op deze manier gediscrediteerd. Het wordt dan ook tijd dat er in de media meer duidelijkheid geschept wordt rond de geschiedenis van het communisme. Dat bijvoorbeeld elke aanhanger van Stalin of Pol Pot ook het recht heeft gekregen om zichzelf zonder blikken of blozen communist te noemen, is ongeveer even onnozel als Nazisme een vorm van socialisme noemen. Wie de beginperiode van het communisme (cfr.de negentiende eeuw) bestudeert, merkt al snel dat het om één van de meest interessante stromingen uit die tijd ging. Dat daarna de begripsverwarring in verband met politieke termen volop is toe beginnen slaan is niet de schuld van links. Rechts is daar meer schuldig aan dan links.
Ook de manier waarop het Vlaams Belang zit af te geven op de islam is meer dan ongenuanceerd. Moslimanarchisten en andere progressieve moslims worden volop gestigmatiseerd door het VB, nooit heeft het Vlaams Belang de moed om een aantal positieve kenmerken van de islam in de verf te zetten. Nooit worden islamitische culturen in hun historische context geplaatst, nooit heeft het VB het over de gelijkenissen die er bestaan tussen de eigen conservatieve ideëen en die van ultrapatriarchale moslims. Dat anti-militarisme en anti-terreur niet alleen een toekomst hebben buiten, maar ook binnen de islam, is iets dat Dewinter en co. niet geweten willen zien. Het VB blijft de partij van het zwart-wit denken.
Rafa Grinfeld
Monday, December 25, 2006
De verstaatsing en vermarkting van Belgische gemeenten
Met alle heisa rond de RTBF-reportage die veel kijkers deed geloven dat Vlaanderen onafhankelijk geworden was, verliezen we het zicht op een perfide dynamiek : de Belgische natiestaat koloniseert nog steeds het dagelijks leven in de gemeenten, en ondersteunt de economische dereguleringen.
Er mogen dan stemmen opgaan om een einde te maken aan België (om er twee nieuwe natiestaten voor in de plaats te krijgen), de Belgische staat zit nog steeds stevig in het zadel. Ze legt haar wil en doelstellingen op aan de regio's en de gemeenten, waarbij markteconomische principes ondersteund worden met de hulp van een gerechtelijk apparaat of politie. Dat is de staat België, met haar scheiding der machten, vakbondsrechten, EU-lidmaatschap en communautaire regionaliseringen niet altijd evenveel inmenging beogend, maar wel nog steeds meer dan machtig in het centrum van Europa.
De regionale en gemeentelijke besturen heeft die staat naar haar hand gezet, de discussies omtrent vormen van decentralisatie overstijgen nauwelijks het communautaire of provinciale niveau. En zo blijft de Belg verstoken van macht indien hij of zij het spelletje niet meespeelt, en verwerft de modale Belg macht wanneer hij of zij participeert aan het communautaire of provincialistische gekrakeel. De discussies rond decentralisatieprincipes blijven beperkt tot deelstaten als Vlaanderen of Wallonië, en regio's als Antwerpen, Brussel-Halle-Vilvoorde of Vlaams-Brabant. Dat is het kader waarbinnen het discours zich afspeelt, een kader waarin het staatsconcept gehuldigd blijft, en municipalisme of zelfbeheer vieze woorden zijn.
Maar ook de gemeenten heeft de Belgische staat in grote mate geïncorporeerd, ook gemeenteraden en gemeentebesturen huldigen het centralisme en de hiërarchische besluitvorming. En binnen de gemeenteraden ondersteunen bestuurders en oppositieleden meestal die hiërarchie. Het gaat om een geprofessionaliseerde hiërarchie, waarin vooral staatstechnici en bedrijfslobby's de touwtjes in handen hebben.
Burgemeesters en schepenen houden zich aan de partijtucht, nemen sleutelposities in binnen de partijen, maken meer interne democratie binnen de partijen regelmatig onmogelijk,... En dat alles in functie van de werkingsmechanismen van de Belgische natiestaat : dat is wat ik de “verstaatsing” van de gemeenten wil noemen, de heilige koe van het centralisme.
Is er een groot verschil tussen een Vlaamse en een Belgische staat? Nee, dat is wat men ons wilt laten geloven. Dat is de ruimte waarbinnen men ons wilt laten ademen en spreken, de burgerijen van ons land naar de mond pratend, met hun gedeelde en tegengestelde markteconomische belangen. Daaraan meedoen is de dood in de pot, de tegenstellingen tussen flamingantisme en belgicisme uitvergrotend, terwijl die tegenstellingen kleiner zijn dan men ons wilt laten geloven. Belgicisme en flamingantisme zijn keerzijden van dezelfde vaderlandslievende medaille, die ligt te blinken in het centrum van Europa, en is datgene waar iedereen naar moet kijken zonder het ding om te draaien. Althans, dat is wat men van ons verlangt in rijke kringen, de establishments van België.
Net zo goed zijn Antwerps of Limburgs chauvinisme en provinciaal chauvinisme in een ander werelddeel keerzijden van hetzelfde soort bekrompen medailles, ondersteund in de voetbalstadia van Germinal Beerschot en Racing Genk, in de beheersorganen van Hasselt en de stad Antwerpen, of in meer exotische oorden. Is de stad Antwerpen met het nieuwe bestuursakkoord voor de gemeente een diervriendelijke stad aan het worden, nu Antwerpen ingaat tegen rituele slachtingen? Nee, dat is wat Patrick Jansens en co. ons willen laten geloven. Is Hasselt een modelstad inzake verkeer, met haar vormen van gratis openbaar vervoer? Nee, het blijft een stad met een overdosis aan autoverkeer.
Is Venezuela radicaal, zeer democratisch en supersociaal geworden? Nee, het land kent ongelooflijk veel interne conflicten, spanningen en strijd om in de gunst te komen van de Venezolaanse armen. Radicale vormen van anti-militarisme, anti-patriarchaat en ecologie krijgen er ook weinig aandacht. Zijn er grote verschillen tussen Vlaanderen en Venezuela? We mogen ze niet overschatten. Zijn er Boliviaanse regio's die beter af zouden zijn zonder de Boliviaanse president Evo Morales, en met een rechtser regionaal bestuur dat meer bevoegdheden verwerft? Iedere mens die de situatie in Bolivië wat kent en bovendien links denkt en handelt, weet wel beter.
Elk land in de wereld kampt met vormen van chauvinisme en in België is dat niet anders. Elke stad in Vlaanderen kampt met chauvinisme, en in Antwerpen of Gent is dat niet anders. De eigendunk is datgene wat Vlaanderen en België in grote mate afremt, datgene wat de gemeenten belet om meer autonomie en minder vermarkting te verwerven. Het is het probleem van de verkeerde inschatting van zichzelf en anderen, het geloof in al dan niet ongebreidelde marktwerking en zowat alle Westerse waarden en normen. Het is het probleem van het narcisme, de overdreven eigenliefde als compensatie voor de angst om geconfronteerd te worden met de eigen gebreken en tekortkomingen.
Het is dat narcisme waar reclamemakers zo goed op weten in te spelen om illusies in produkten aan te smeren, waar politici op inpikken om stemmen mee te kunnen ronselen. Het is het domein van de eigenwaan die bevredigd wordt, door illusies te verkopen en nieuwe illusies te voeden. Ja, de wereld van de schijn en de opsmuk, het doen alsof en de pretentie, van de maquillage, het bedekken van de oppervlakkigheid met een dikke laag schmink.
Het is in België het domein van de nationale en provinciale trots, van het geloof in de vertegenwoordigersdemocratie als enig werkbaar grootschalig besluitvormingsmodel, en de markteconomie als enig werkbaar economisch model. Ja, het geloof in de natiestaat als ordeningsprincipe, en het overlaten van huurprijsbepalingen aan de niet-gereguleerde markt. Het is het gebrek aan sociale huurwoningen en de voor armen onbetaalbare prijzen voor het aankopen van huizen en appartementen, de wereld van de gemeenteraden die zich neerleggen bij de status-quo.
Dit collectief narcisme houdt parlementen en gemeenteraden relatief blank, en zeker regeringen en gemeentebesturen. De overheidsorganen worden bevolkt door de onbetwistbare leden van de natiestaat, de al lang beschikbare getrouwen van de vertegenwoordigersdemocratie, de vrienden van de parlementaire staatsvorming. Dat is België, tot spijt van diegenen die het graag anders zouden zien, dat is mijn land.
Rafa Grinfeld
Over Consensus
door Janet Biehl
Janet Biehl maakte ooit deel uit van de Burlington Greens, een libertaire groepering die gedurende korte tijd de groene beweging in de Verenigde Staten in een linksere richting probeerde te duwen. De volgende tekst werd geschreven voor een Groen congres in 1989, en verscheen eerder in het Engels onder de naam Policy Statement #2: On Consensus.
De Groene beweging in de Verenigde Staten hecht veel belang aan twee doelstellingen die vaak met elkaar in conflict komen. Enerzijds hecht ze veel belang aan een diversiteit van meningen onder haar leden, anderzijds hecht ze veel belang aan een consensus bij grote groepen van mensen die elkaar niet kennen. Deze twee doelstellingen komen vaak in conflict met elkaar.
Kleine groepen, waarin mensen elkaar kennen en elkaars meningen begrijpen, kunnen erg geschikt zijn voor consensusbesluitvorming. Veel kleine groepen komen juist bijeen omdat ze het onderling eens zijn over bepaalde fundamentele kwesties. In deze groepen kan consensus een de facto aspect van het besluitvormingsproces zijn.
Maar in grote groepen van mensen die elkaar niet kennen is het ideaal van consensus niets meer dan dat : een ideaal. Er kan slechts zelden een overeenstemming van gedachten zijn inzake alle thema's. Het idee dat er “one mind” (één denkwijze) in grote groepen kan zijn is meestal een misvatting, één die zelfs gelogenstraft wordt door de Groene toewijding aan het waarderen van diversiteit. Zoals het debat van sociale ecologie tegenover diepte-ecologie aangetoond heeft, bestaat er in de praktijk een verscheidenheid aan benaderingen als het over het probleem gaat van hoe een ecologische samenleving te creëeren.
In grote groepen kan een groot belang aan consensus hechten, terwijl het er ook aantrekkelijk uitziet om dat te doen, gebruikt worden om onafhankelijk, kritisch denken van individuen te ontmoedigen. Men geeft zo faam en roem aan “groepswijsheid”, zonder te erkennen dat de bewuste en principiële oppositie van enkele mensen die de moed hebben om zich te verzetten tegen een beslissing van de groep, bijzonder gewaardeerd moet worden. Ja, datzelfde onafhankelijke denken en die moed moeten juist gecultiveerd en dus niet ontmoedigd worden, in een tijdperk waarin conflict gezien wordt als een vorm van geweld en argumentatie als “tweedracht”.
De geschiedenis van de Groene beweging in de Verenigde Staten onthult dat het gebruik van consensus in grote groepen te vaak immobiliserend gewerkt heeft. Consensus heeft minderheden het recht gegeven hun vetorecht te doen gelden tegen beslissingen die uitgingen van meerderheden binnen groepen. Als resultaat hiervan zijn vele Groene bijeenkomsten op blokkeringen uitgedraaid, door het feit dat enkele leden zich verzetten tegen een beslissing waar een meerderheid het mee eens was.
Ook is consensus niet noodzakelijk in overeenstemming met het ideaal van een radicale, participatieve democratie. Want bij consensus moet in theorie iedereen meedoen aan de uitvoering van een beslissing als een groep die beslissing genomen heeft. Dat betekent dat bij consensus, minderheden vaak het recht tot het verschillen van mening (cfr. dissent of dissensus) ontzegd wordt – en ze worden ook de institutionele structuren ontzegd die hen het recht geven om aan dissensus te doen. Historisch gezien is het zo dat bij het consensusproces, minderheden die tot dissensus overgingen soms intimidatie door informele elites moesten ondergaan. Wanneer het recht op “dissent” ontkend wordt, kan de onderdrukking van een zichzelf verzettende en principiële minderheid het resultaat zijn.
Consensus, hoe groot haar ideaal ook mag zijn, schept in werkelijkheid vaak de mogelijkheid van een tirannie van machtige informele kliekjes, zelfs wanneer een kliek en zijn tirannie niet (h)erkend worden door andere leden van de groep. De geschiedenis van alternatieve sociale bewegingen, zoals ook die van de Clamshell Alliance, wijst uit dat consensus de betekenis kan krijgen van iets dat het intimideren van diegenen die het oneens zijn met een aantal dingen bewerkstelligt.
Wanneer dissensus ontkend wordt, wordt het bereiken van consensus een leeg iets – slechts een oefening in ritueel bondgenootschap, “ritual bonding” (zoals Howard Hawkins het verwoord heeft), opgedrongen door de meerderheid. In deze gevallen, betekent consensus een toegewijd zijn aan de éénheid van de groep zelf in plaats van een toegewijd zijn aan het begrijpen van de waarheid over een bepaald iets.
Meningsverschil is geen vorm van oorlogsvoering, noch een vorm van geweld. Argumentatie is geen vorm van onderdrukking. Waarheid en helderheid zijn in het belang van de onderdrukten, niet in het belang van de machtigen. Pogingen om discussies af te blokken zijn enkel in het belang van de heersende orde.
Dissensus moet daarom aangemoedigd worden, niet ontmoedigd. Enkel doorheen een principiële discussie over hetgeen op het spel staat in een kwestie kan de waarheid aan het licht komen. Het zijn “liberals” (centrum-linksen), diegenen die het systeem aanvaarden, die waarheden mystificeren en onschadelijk maken, tot die waarheden platitudes worden waar iedereen het mee eens kan zijn, en die consensus in de vorm van “vrede” willen. In een tijdperk van aanpassingen zoals het onze – zijn het centrum-linksen die het belang van het verhelderen van radicale waarheden zullen ontkennen.
Meerderheidsbesluitvorming is de democratische methode van het uitzoeken wat de wil van de grote groep bij de besluitvorming is. Want meerderheidsrecht beschermt het recht van de minderheid om tot dissensus over te gaan, en meerderheidsrecht maakt dat ze een groepsbeslissing niet moeten naleven wanneer ze het er niet mee eens zijn. Om de diversiteit van opinies gewaardeerd te doen zijn, moet daarom meerderheidsrecht in grote groepen gezien worden als een aanvaardbaar proces.
Vertaald door Rafa Grinfeld
Janet Biehl maakte ooit deel uit van de Burlington Greens, een libertaire groepering die gedurende korte tijd de groene beweging in de Verenigde Staten in een linksere richting probeerde te duwen. De volgende tekst werd geschreven voor een Groen congres in 1989, en verscheen eerder in het Engels onder de naam Policy Statement #2: On Consensus.
De Groene beweging in de Verenigde Staten hecht veel belang aan twee doelstellingen die vaak met elkaar in conflict komen. Enerzijds hecht ze veel belang aan een diversiteit van meningen onder haar leden, anderzijds hecht ze veel belang aan een consensus bij grote groepen van mensen die elkaar niet kennen. Deze twee doelstellingen komen vaak in conflict met elkaar.
Kleine groepen, waarin mensen elkaar kennen en elkaars meningen begrijpen, kunnen erg geschikt zijn voor consensusbesluitvorming. Veel kleine groepen komen juist bijeen omdat ze het onderling eens zijn over bepaalde fundamentele kwesties. In deze groepen kan consensus een de facto aspect van het besluitvormingsproces zijn.
Maar in grote groepen van mensen die elkaar niet kennen is het ideaal van consensus niets meer dan dat : een ideaal. Er kan slechts zelden een overeenstemming van gedachten zijn inzake alle thema's. Het idee dat er “one mind” (één denkwijze) in grote groepen kan zijn is meestal een misvatting, één die zelfs gelogenstraft wordt door de Groene toewijding aan het waarderen van diversiteit. Zoals het debat van sociale ecologie tegenover diepte-ecologie aangetoond heeft, bestaat er in de praktijk een verscheidenheid aan benaderingen als het over het probleem gaat van hoe een ecologische samenleving te creëeren.
In grote groepen kan een groot belang aan consensus hechten, terwijl het er ook aantrekkelijk uitziet om dat te doen, gebruikt worden om onafhankelijk, kritisch denken van individuen te ontmoedigen. Men geeft zo faam en roem aan “groepswijsheid”, zonder te erkennen dat de bewuste en principiële oppositie van enkele mensen die de moed hebben om zich te verzetten tegen een beslissing van de groep, bijzonder gewaardeerd moet worden. Ja, datzelfde onafhankelijke denken en die moed moeten juist gecultiveerd en dus niet ontmoedigd worden, in een tijdperk waarin conflict gezien wordt als een vorm van geweld en argumentatie als “tweedracht”.
De geschiedenis van de Groene beweging in de Verenigde Staten onthult dat het gebruik van consensus in grote groepen te vaak immobiliserend gewerkt heeft. Consensus heeft minderheden het recht gegeven hun vetorecht te doen gelden tegen beslissingen die uitgingen van meerderheden binnen groepen. Als resultaat hiervan zijn vele Groene bijeenkomsten op blokkeringen uitgedraaid, door het feit dat enkele leden zich verzetten tegen een beslissing waar een meerderheid het mee eens was.
Ook is consensus niet noodzakelijk in overeenstemming met het ideaal van een radicale, participatieve democratie. Want bij consensus moet in theorie iedereen meedoen aan de uitvoering van een beslissing als een groep die beslissing genomen heeft. Dat betekent dat bij consensus, minderheden vaak het recht tot het verschillen van mening (cfr. dissent of dissensus) ontzegd wordt – en ze worden ook de institutionele structuren ontzegd die hen het recht geven om aan dissensus te doen. Historisch gezien is het zo dat bij het consensusproces, minderheden die tot dissensus overgingen soms intimidatie door informele elites moesten ondergaan. Wanneer het recht op “dissent” ontkend wordt, kan de onderdrukking van een zichzelf verzettende en principiële minderheid het resultaat zijn.
Consensus, hoe groot haar ideaal ook mag zijn, schept in werkelijkheid vaak de mogelijkheid van een tirannie van machtige informele kliekjes, zelfs wanneer een kliek en zijn tirannie niet (h)erkend worden door andere leden van de groep. De geschiedenis van alternatieve sociale bewegingen, zoals ook die van de Clamshell Alliance, wijst uit dat consensus de betekenis kan krijgen van iets dat het intimideren van diegenen die het oneens zijn met een aantal dingen bewerkstelligt.
Wanneer dissensus ontkend wordt, wordt het bereiken van consensus een leeg iets – slechts een oefening in ritueel bondgenootschap, “ritual bonding” (zoals Howard Hawkins het verwoord heeft), opgedrongen door de meerderheid. In deze gevallen, betekent consensus een toegewijd zijn aan de éénheid van de groep zelf in plaats van een toegewijd zijn aan het begrijpen van de waarheid over een bepaald iets.
Meningsverschil is geen vorm van oorlogsvoering, noch een vorm van geweld. Argumentatie is geen vorm van onderdrukking. Waarheid en helderheid zijn in het belang van de onderdrukten, niet in het belang van de machtigen. Pogingen om discussies af te blokken zijn enkel in het belang van de heersende orde.
Dissensus moet daarom aangemoedigd worden, niet ontmoedigd. Enkel doorheen een principiële discussie over hetgeen op het spel staat in een kwestie kan de waarheid aan het licht komen. Het zijn “liberals” (centrum-linksen), diegenen die het systeem aanvaarden, die waarheden mystificeren en onschadelijk maken, tot die waarheden platitudes worden waar iedereen het mee eens kan zijn, en die consensus in de vorm van “vrede” willen. In een tijdperk van aanpassingen zoals het onze – zijn het centrum-linksen die het belang van het verhelderen van radicale waarheden zullen ontkennen.
Meerderheidsbesluitvorming is de democratische methode van het uitzoeken wat de wil van de grote groep bij de besluitvorming is. Want meerderheidsrecht beschermt het recht van de minderheid om tot dissensus over te gaan, en meerderheidsrecht maakt dat ze een groepsbeslissing niet moeten naleven wanneer ze het er niet mee eens zijn. Om de diversiteit van opinies gewaardeerd te doen zijn, moet daarom meerderheidsrecht in grote groepen gezien worden als een aanvaardbaar proces.
Vertaald door Rafa Grinfeld
Subscribe to:
Posts (Atom)
Wat maakt iemand anarchistisch?
Volgens mij heeft het vooral met een gevoel te maken ergens bij te horen. Als men zich weinig thuis voelt in de anarchistische beweging gaat...
-
door Murray Bookchin Dit is één van Murray's laatste teksten, deze zomer stierf hij na een lang leven van toegewijd links activisme en v...
-
Dit is een tekst die in 2005 en net voor de dood van de neo-nazi Bert Eriksson geschreven werd. Het gaat om een moderne geschiedschrijving v...
-
”Geen politici, enkel politiek”, dat idee vormt de basis voor een Alternatieve politieke week tijdens de tweede week van juli in het zuidoos...