Friday, June 29, 2007

De wortels van Demalt in Zweden


Jakob en Svante op een bijeenkomst van Demalt, respectievelijk derde en vierde van links.


Svante Malmström (31) en Jakob Zethelius (25) waren zo vriendelijk mij een slaapplaats aan te bieden in hun klein en nederig appartement te Göteborg. Ik verbleef er meer dan vijf dagen, en voordat ik terug richting België vertrok deed ik nog een lang interview met hen.


"Natiestaten worden niet bestuurd volgens de belangen van 'de mensen' of het algemeen welzijn. Het kan er op lijken dat het zo is wanneer staten belastingen innen en verschillende publieke werken financieren, of wanneer staten wetgevingen invoeren om het milieu te beschermen. Maar, dit zijn niets anders dan pogingen om een compensatie te vinden voor de destructieve effecten van een markteconomie die natiestaten fundamenteel verdedigen." - Jonathan Korsar


Svante werkt voor een mindervalide persoon en Jakob is, zoals veel andere leden van de libertaire vakbond SAC, taxichauffeur. Al op jonge leeftijd geraakten ze geïnteresseerd in libertair links. Beiden waren ze toen actief bij Fältbiologerna, een organisatie die als twee druppels water lijkt op de Belgische jeugdorganisatie JNM. Ook Fältbiologerna houdt zich bezig met milieustudie en doet acties voor milieubescherming. “We gingen samen kruispunten bezetten”, zegt Svante. “Het was de tijd dat ik ook veel met antifascisme en acties tegen pornowinkels bezig was. Die acties tegen porno bestonden uit het spuiten van graffiti en lijm in het slot van pornowinkels.” Later ging Svante ook werken voor Fältbiologerna.

“Tijdens mijn studies aan een volkshogeschool leerde ik Jonathan Korsar kennen. Hij introduceerde me tot de ideëen van de sociale ecologie. We werden al snel vrienden en besloten om samen naar het Institute for Social Ecology in de Verenigde Staten te trekken. Het zomerprogramma van deze school (in het noorden van de VS) stond me erg aan, net zoals de ideëen van Jonathan. We interviewden ook een aantal van de lesgevers : Brian Tokar, Cindy Milstein, Chaia Heller en Daniel Chodorkoff. En er waren de interviews met Murray Bookchin, waar we veel mee praatten.”
Ook Murray Bookchin gaf les aan het Institute for Social Ecology. Hij leverde veel van de ideëen, zoals die van de politieke weg die veel Sociale Ecologisten insloegen. Bookchin noemde deze weg libertair municipalisme, daarin wordt de nadruk gelegd op de gemeente als locus voor verandering, en gepleit voor een electoraal politiek verlengstuk aan een libertaire beweging.
Svante : “Dat idee van deelname aan gemeenteraadsverkiezingen stond me in het begin niet aan. Ook de toon van Murray beviel me niet. Ik had voor mijn bezoek aan de VS een boek van Bookchin gelezen. Daarin waren een aantal van zijn vroege teksten gebundeld en vertaald in het Zweeds. In het Engels vind je ze trouwens terug in de boeken Post-scarcity anarchism en Toward an ecological society.”

Maar de ervaringen in de VS hielpen Svante van mening veranderen. Hij nam er deel aan een conferentie over libertair municipalisme en ontmoette er, een jaar na ik (naar aanleiding van een gelijkaardige conferentie in Lissabon), de Noren Eirik Eiglad en Sveinung Legard. Het was de tijd waarin de eerste bouwstenen gelegd werden voor Demalt, een Scandinavische organisatie die, weliswaar onopgemerkt, nogal wat heeft veranderd binnen de libertaire kringen van Scandinavië : met eigen tijdschriften en een uitgeverij, met veel studiegroepbijeenkomsten en ook... uitgewerkte programma's voor het bereiken van rechtstreekse democratie. Er is zelfs een deelname gepland aan de gemeenteraadsverkiezingen in Oslo later dit jaar, Demalt wil de gemeenteraad van binnenuit uithollen om er volxvergaderingen voor in de plaats te krijgen. “Een jaar nadat Jonathan en ik in de VS waren werd Democratisch Alternatief (Demalt) gelanceerd. Jonathan deed er aan mee, en daarna ik ook.”
Jakob zou pas veel later aansluiting vinden bij Demalt. “Bij mij begon de politieke bewustwording pas midden jaren negentig met de interesse voor punkmuziek, als jonge tiener. En niet alleen linkse politiek stond me aan, ook ecologische ideëen. Ik woonde in een stad van slechts dertigduizend inwoners, er gebeurde daar dus niet zoveel. Maar toen ik zeventien werd begon de SAC er met een lokale syndicalistische jongerengroep, net als de Linkse Partij. Ik wist niet goed wat van de twee te kiezen, dus koos ik maar voor de milieuorganisatie Fältbiologerna, die vanuit verschillende hoeken beïnvloed werd. Twee weken later stond er daarvan een lokale jeugdafdeling op poten.”

Jakob was ook geïnteresseerd in dierenrechten. Als reactie op een aantal mainstreamgroepen die met dierenrechten bezig waren, ontstonden er illegale actiegroepen die deden aan het bevrijden van nertsen en kippen. De ruiten van dierenwinkels gingen aan diggelen en vrachtwagens gingen op in vlammen. “Ik deed daar dus allemaal niet aan mee”, zegt Jakob, “veel meer dan flyers voor dierenrechten uitdelen deed ik niet, maar het hielp wel mee aan mijn politieke bewustwording om in radicalere dierenrechtenkringen actief te zijn. Later ging ik ook naar de grote protesten tijdens topbijeenkomsten van de EU etcetera : Praag (2000), Göteborg (2001), Kopenhagen (2003)... Eigenlijk was ik in veel dingen tegelijkertijd geïnteresseerd.”
De conferentie over libertair municipalisme (LM) in Lissabon, en het net daarvoor verschenen boek van Janet Biehl over LM had, in navolging van een handvol Noren die er naartoe trokken, ook de interesse gewekt van Zweden. De tekst van de lezing die Janet Biehl er gaf werd in het Zweeds vertaald. “Een vriend van me had het boekje”, vertelt Jakob, “en ik begon het ook te lezen. Ik vond het erg interessant. Ik vond meerdere tema's binnen links boeiend en die werden bijeengebracht in dat boekje. Ik was met bijna alles akkoord, behalve die idee van een militie die het politie-apparaat moest vervangen. Ik stond erg sceptisch tegenover elk gebruik van geweld. Maar daarna begon ik ook dit idee van een rechtstreeks-democratisch gecontroleerde militie te appreciëren.” Jakob las enkele jaren later ook het boek over LM van Biehl. In 2002 ging hij bovendien naar een zomerkampweek van Demalt, samen met bijna vijftig andere mensen. En hij las regelmatig het tijdschrift van Demalt..

“Er waren ook wat plannen voor een studiegroep die met dit tema aan de slag zou gaan, maar daar kwam weinig van in huis. Ik bleef ook in kleine steden wonen. Het veranderde pas toen ik vier jaar geleden in Göteborg kwam wonen. Ik was nog altijd actief bij Fältbiologerna. Svante gaf er eens een lezing over sociale ecologie, en ik kende hem van op het zomerkamp. Er vonden alternatieve politieke weken in Visby elke zomer plaats, waar ik leden van Demalt ontmoette. In 2004 werd ik daar dan zelf ook lid van.” Svante geeft regelmatig tekenen van herkenning. “Misschien was ik niet gemotiveerd genoeg om Jakob eerder erbij te betrekken”, verontschuldigt hij zich. “Er gebeurde in Gôteborg niet veel meer voor onze groep.”
Ik wil weten hoe de alternatieve vakbond SAC reageerde op Demalt. Svante : “Er zijn enkele debatten geweest toen we de organisatie lanceerden. Er was de dierenrechtenactivist Per-Anders Svärd die enkele dingen schreef om het communalisme van Demalt te verdedigen tegenover andere stromingen. Maar de SAC negeerde het allemaal wat. Soms zullen die mensen het zelfs bestrijden vanuit een arbeidersklassestandpunt. Partijen negeerden het allemaal nog vaker dan de SAC.” Volgens Jakob is het niet ongewoon dat nieuwe libertaire groepen weinig reacties opleveren. Pas als ze groter worden gebeurt dat bij de SAC. Svante : “Sommigen vonden het wel arrogant denk ik, dat we met die nieuwe ideologie op de proppen kwamen. Syndicalisten refereren niet vaak naar denkers, daarin verschillen ze van de communalisten van Demalt en de autonome marxisten.” Jakob zegt dat er verschillende libertaire groepjes het licht zien in Zweden, maar dat die vaak niet lang blijven bestaan. “Er is bijvoorbeeld ook de groep Alarm, die nogal geïnspireerd is door het insurrectionalisme.”

Ze menen in elk geval allebei dat er een verrechtsing aan de gang is in Zweden. “Misschien is die niet zo groot, maar toch...” Svante is duidelijk ontgoocheld in de sociaal-democraten, die naar rechts zijn opgeschoven. Jakob zegt: “Er zijn ook de aanvallen in de grote media geweest op de Linkse partij, en het communisme dat er inherent aan is. Dat heeft bijgedragen tot de verrechtsing. Lange tijd heeft men beweerd dat de sociaal-democraten hier het land regeerden, maar dat lijkt nu een afgesloten hoofdstuk te zijn. Ooit behaalden ze met gemak de meerderheid van de stemmen, nu nog maar een derde van de stemmen.”
Maar... is er dan een opening naar libertair links toe? Jakob : “Met de andersglobalisatieprotesten kwam er wel een debat op gang over links en geweld, en meer bewustzijn over de economische globalisering. De interesse voor niet-communistisch links is misschien wel groter dan vroeger.” Of ze er dan akkoord mee zouden gaan als ik zou zeggen dat die ontwikkelingen misschien gestopt zijn na 11 september 2001? Svante : “Het valt allemaal moeilijk in te schatten. Bij jongeren ziet men in elk geval een polarisatie ontstaan. Er is veel sympathie voor wat buiten het centrum te situeren is, zowel links als rechts. En ook de Groene partij is populair bij veel jongeren.”

Hoe verhoudt het communalisme zich volgens hen tot het feminisme? Jakob : “We moeten de feministen steunen, maar we streven naar algemene hiërarchieloosheid. Communalisme lijkt me de beste weg om een sociale samenleving te verkrijgen.” Svante vindt dat de feministische beweging een goede politieke benadering moet hebben. “Wanneer ze die nu heeft, is het vaak allemaal nogal traditioneel. Het gaat dan om Socialisme of Liberalisme. Dat gaat echter geen hiërarchieloze samenleving met zich meebrengen.” Zijn communalisten dan meer geïnteresseerd in feminisme dan omgekeerd? Er wordt gelachen, en het wordt door beiden beaamd. “Er moet aan gewerkt worden, aan het meer bereiken van feministes. We zijn ook veel met andere dingen bezig geweest. De SAC is meer suksesvol geweest in die materie. Ze hebben er lang aan zitten werken. In hun tijdschrift Arbetaren proberen ze een evenwicht te bereiken tussen mannen en vrouwen, en is feminisme wel degelijk een tema.”

Het is me opgevallen dat er over gevangenissen niet veel gezegd wordt door communalisten. Ik vraag hoe dat volgens hen komt. Jakob : “Het is één ding om te zeggen dat gevangenissen geen oplossingen vormen voor problemen. En dat wordt ook ondersteund door sociologische studies. Maar de samenleving moet wel reageren op geweld dat niet door de beugel kan.” Volgens Svante kan men niet zomaar zeggen dat men alle gevangenen vrij moet laten. “Maar je moet naar een samenleving streven waarin je geen gevangenen meer hebt. Zo'n samenleving is mogelijk. En ik geloof ook niet zo in straffen.”
Maar wanneer is die heel andere samenleving dan mogelijk? Jakob : “Er kunnen onverwachte dingen snel gaan gebeuren, met de economische instabiliteit van nu en de ecologische crisis en zo. Als we, de mensen, georganiseerd kunnen geraken en tot educatie van onszelf en anderen, dan kunnen er ook dingen snel gaan veranderen.” Volgens Svante leven we nu wel in reactionaire tijden. “Dus we zijn er nog niet erg op voorbereid om grote veranderingen te verwezenlijken. Bovendien hebben we goede regels nodig, dat wil ik toch nog eens benadrukken.”

Saturday, June 23, 2007

Alternatieve julipolitiek in Scandinavië


”Geen politici, enkel politiek”, dat idee vormt de basis voor een Alternatieve politieke week tijdens de tweede week van juli in het zuidoosten van Zweden, in de stad Visby. Op het eiland Gotland beleven daar progressieve radicalen van Zweden jaarlijks hun vakantie. Een vakantieweek met libertaire workshops, en daarna blijft men er weleens rondhangen.

Voor me zit één van de drijvende krachten achter de Alternatieve politieke week, Erik (30) . Hij is werkzaam bij de libertaire en feministische vakbond SAC in Göteborg. Hier staat de vakbond vrij sterk, met bijna duizend leden in en rond de stad. De SAC, met zijn tienduizend leden, ondersteunt mee de week. Erik legt uit waarom.
”Het is nu de vijfde keer op een rij dat we dit doen. Het is een jaarlijks georganiseerd evenement dat mee georganiseerd wordt door de leden van een lokale SAC-afdeling op het eiland. We willen iedereen bereiken die niet bij een partij zit en zichzelf tot libertair links rekent.” Het doet een beetje denken aan libertaire sociale fora die eerder in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk plaatsvonden. Al is het initiatief weinig internationaal georiënteerd, bijna alle workshops vinden in het Zweeds plaats.

Eirik Eiglad van Demalt Noorwegen zal er ook spreken. Hij zal het hebben over revolutionaire geschiedenis en ecologische strategie. Noorse en Zweedse radicalen werken vaak samen, zeker binnen Demalt (Democratisch Alternatief, een Communalistische groep van zo’n dertigtal mensen).
Maar buiten de grenzen van Zweden is libertair links nogal marginaal in Scandinavië. En zelfs de dualer wordende samenleving van iets meer dan negen miljoen Zweden kent weinig libertaire inspiratie lijkt het wel, al blijft extreem-rechts hier zeer klein bij verkiezingen. Maar de publieke diensten zijn een stuk duurder dan in België. Openbaar vervoer, onderwijs en gezondheidszorg, daar is het in Zweden zeker niet zo goed mee gesteld eigenlijk. In de grote Nederlandstalige media wordt nochtans vaak een ander beeld geschetst.

Geen wonder dat nogal wat linkse, radicale mensen hier zich expliciet tegen het parlementarisme van partijen keren. De mensen van de Alternatieve politieke week doen dat ook. Leden van SAC, Demalt en anderen geloven meer in horizontaal netwerken en vormen van rechtstreekse democratie. SAC koppelt een democratisering van de Zweedse samenleving aan de mobilisering van arbeiders en arbeidsters.
”Arbetaren” noemt men hen hier, en dat gaat evenveel over bedienden als over fabrieksarbeiders en werklozen. Het is ook de naam van een door de SAC uitgegeven weekblad, dat vaak focust op arbeidersstrijd, feminisme en ecologie. Demalt ziet minder in het arbeiderisme en benadrukt het belang van strijd in de ”Kommune”, wat Zweeds is voor gemeente.

”Sinds de jaren tachtig bestaat er in Visby een traditie van lobbycircussen en speeches door politici”, zegt Erik. ”Vorig jaar zat het spel op de wagen. Er waren toen verkiezingen gepland in Zweden. En driehonderd organisaties deden er alles aan om hun eigen agenda op te leggen. Ngo’s en alternatieve partijen organiseerden niet alleen speeches, maar ook workshops en andere activiviteiten. Het vormde een hoogtepunt van netwerking. Voor dat soort dingen bieden wij een libertair alternatief aan.” Hij verwacht, naar jaarlijkse gewoonte, zo’n tweehonderd mensen. Daarvan blijft bijna de helft een hele week de workshops volgen.
”Die workshops zijn nogal divers, van feministische drags en genderbending (spelen met mannelijke en vrouwelijke rollen bij kledij) tot dingen over milieu en dierenrechten. Er worden ook plantaardige maaltijden geserveerd, en we laten mensen kennis maken met klassenanalyses, de wortels van het syndicalisme. Daarnaast is er ruimte voor circusacts, theater en graffiti.” Slaapgelegenheid is er in een school, laat Erik ook weten.
”De lokale SAC biedt, als enige lokale groep, eveneens een workshop aan. En er is een antifacist die komt spreken over de protesten tegen de G8.” Participeren in de organisatie van de week geeft recht op gratis verblijf en een bootticket naar het eiland waar de politieke week doorgaat. Staatssubsidies helpen, ironisch genoeg, mee aan de ondermijning van de Zweedse staat tijdens de Alternatieve politieke week.

Wednesday, June 20, 2007

Göteborg, zes jaar na de protesten tijdens de Eurotop


Göteborg. Het is inmiddels zo’n vier jaar geleden dat ik nog eens in Zweden was. Gisteren bezocht ik Kristian (30) en Marita (28), die ik ook interviewde. Het elkaar na vele jaren opnieuw zien verliep hartelijk, en waar ze woonden liep nu een uit de kluiten gewassen peuterdochter rond, die me op het einde van de avond wilde omarmen bij het afscheid. Dit afscheid kan dan ook niet definitief zijn…
Sinds ik in Göteborg ben aangekomen, een paar dagen geleden, heb ik geprobeerd de draad weer op te pikken die ik jaren geleden losliet. Zweden interesseert me weer, en zeker de linkerzijde in dit land. Ik kwam hier ook tot de herinnering dat ik jaren geleden meer van het land verwacht had. Er waren immers niet lang voordien de linkse protesten tegen de EU in Göteborg geweest, en die hadden een strijdvaardige beweging laten zien. Schrijvers als Geert Van Istendael en David Dessers hadden met motiverende interesse over de anarcho-syndicalistische vakbond SAC geschreven, die met zijn tienduizend leden een duidelijke stempel had gedrukt op de Zweedse linkerzijde. Er zijn ongeveer evenveel mensen op deze aardbol met een Zweedse als met een Belgische nationaliteit, en dus vond ik dat veel.
Maar in Göteborg was alles een stuk stiller geworden dan ik verhoopte en dacht. En dat is nu nog altijd zo. Op kraken staan in dit land strenge restricties, dus dat trekt de grootstad niet aan. Maar ook… de SAC heeft dan misschien wel veel leden, en de partijen links van de sociaal-democratie veel stemmen, een strijdvaardig links is er niet meer. Eurotoppen trekken veel protesterende mensen aan, maar grote media doen daarbij aan uitvergroting door de meest spectaculaire en extreme beelden te tonen. Een uitgebreid vervolg aan de protesten van zes jaar geleden is er niet gekomen, en Kristian denkt er net zo over.
”Er waren toen twee grote betogingen”, zegt Kristian. ”Eén richtte zich tegen de Globalisatie. Het was een samengaan van syndicalisten van de SAC, trotskisten, anti-parlementaire bewegingen, enzovoort. Met zijn 25000 mensen was deze betoging iets groter dan diegene die vooral een anti-EU betoging was. Dat er twee verschillende grote betogingen waren, kwam door een verschil in opinies over de te volgen koers bij de protesten. Niet iedereen wou met anarchisten samenwerken bijvoorbeeld.”
De protesten waren er gekomen doordat ze deel uitmaakten van een mondiale beweging. Toppen als die van Amsterdam, Seattle en Genua brachten in korte tijd veel mensen op de been, en vonden aansluiting bij een beweging die ook in de arme landen voet aan de grond kreeg. Zapatisten en anderen verzetten zich tegen de onrechtvaardige globalisering van het Kapitaal, de neoliberale logica van instellingen als de G8, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldhandelsorganisatie en de Europese Unie. Grappig lijkende Italiaanse activisten met bescherming biedende dikke witte overalls (Tuti Bianche) sloegen tijdens protesten met ballonnen op politie-agenten. Maar volgens Kristian volgden er in Göteborg geen lange-termijn-resultaten, en dus vraag ik hem waarom dat zo is…
”Welnu, er werden veel mensen gemobiliseerd en er kwamen verschillende politieke strekkingen op de voorgrond. Maar het draaide allemaal rond activisme, een activisme dat geen politieke basis had. Niet veel groepen lieten zien hoe het verder kon gaan richting grassrootsactivisme. Er waren de middenklasse-achtergronden ook. En er waren vakbonden, maar er was geen grootschalige aanwezigheid van de werkende klasse.”
Ik vraag hem waarom de grote vakbonden niet mobiliseerden. Kristian : ”De activisten stonden los van de vakbonden. Er vonden geen wederzijdse integraties plaats. De vakbonden waren erg bureaucratisch ingesteld, er bestond geen intentie om de leden te laten participeren. En de activisten verzuimden aan te tonen waarom de arbeid(st)ers meer moesten participeren.” In andere landen en op andere momenten waren er nochtans wel vakbonden die mobiliseerden voor de grote protesten tegen de geviseerde neoliberale intellingen. Maar protesten tegen de EU werden door de met de sociaal-democraten en andere mainstreampartijen verbonden vakbonden niet altijd gesmaakt. ”Misschien waren er in andere landen meer lokale groepen geëngageerd”, zegt Kristian. ”In Zweden zijn de grote vakbonden niet alleen erg bureaucratisch, maar reageren ze ook nogal stijf op dingen.”
Is het ook omdat de SAC een organisatie is die leden apart van de andere vakbonden organiseert? ”Misschien, het hangt af van de mensen die er mee bezig zouden zijn om het anders aan te pakken, en hoe men dan binnen die grote vakbonden aan de slag zou gaan. Er zijn in elke vakbond radicale mensen nodig. Maar eigenlijk is de SAC ook niet radicaal genoeg. Ze willen een pure organisatie zijn, zonder de werkende klasse te organiseren dus.”
Ik volg even niet meer, ”puur”? Kristian : “De SAC ziet het syndicalisme als de ware ideologie van de werkende klasse. Het maakt niet uit of die vakbond zichzelf revolutionair noemt of niet. De SAC bestaat nog altijd omdat die organisatie het idee creëert dat syndicalisme het beste is voor de werkende klasse. En dat terwijl er weinig militant gedrag is binnen de SAC. Veel draait om lidmaatschap zonder werkelijk activisme, en zeker zonder veel politiek. Dat hoort bij de ideologie ook. Syndicalisme mag volgens de SAC niet politiek zijn.” Ik vraag hem of hij vindt dat ze aan verkiezingen moeten meedoen. ”Ik denk niet dat electoralisme er veel aan zou veranderen eigenlijk. Vakbonden werken binnen de grenzen van het kapitalisme. Wanneer er radicalere tijden aanbreken zullen arbeid(st)ers nieuwe organisaties moeten opbouwen. Maar syndicalisten denken onterecht dat hun federaties de nieuwe samenleving zullen vormen.”
Voor ons liggen de twee nieuwe edities van het weekblad Göteborgs Fria, dat op het eerste zicht het midden lijkt te houden tussen een libertair tijdschrift en een mainstream weekblad. Ik reageer verbaasd wanneer ik er de televisieprogrammatie van de grote Zweedse zenders in aantref. ”Ze bestaan nu drie jaar”, laat Kristian weten. ” Er is ook een zustertijdschrift van in Stockholm en men heeft plannen voor een derde poot van de coöperatieve in Malmö. Als men aan een minimum van 2000 exemplaren komt heeft een tijdschrift recht op subsidies in Zweden. En ze zijn daar in geslaagd. Nogal wat werk dat er voor het tijdschrift geleverd wordt, is betaald werk. Het is het grootste linkse tijdschrift in Zweden. Een links dagblad als Klassekampen in Noorwegen hebben we hier trouwens ook niet. De Göteborgs Fria is vooral een cultureel iets. Er wordt veel over kunstactiviteiten in bericht bijvoorbeeld. In het begin draaide het ook meer rond dierenrechten, maar nu wil het naar eigen zeggen ’machten’ bekritiseren, machten als adverteerders en media.”
De media lijken hier niet minder mainstream te zijn dan elders in Europa. Vroeger was er in Zweden een sociaal-democratisch dagblad, maar ook dat is verdwenen. In Göteborg is er slechts één lokaal dagblad te koop : Göteborgsposten. Daarnaast zijn er drie commerciële lokale dagbladen die gratis zijn. Eén daarvan noemt Metro. Of er ook linkse boekhandels zijn in Göteborg? Kristian : ”Het hangt er maar vanaf wat je links noemt, maar ik kan er wel enkele noemen die je kan bezoeken. Je kent al het boekenwinkeltje in het gebouw van de SAC. Welnu, niet ver daarvan zijn er twee andere te vinden.”
Het was me al eerder opgevallen dat feminisme hier in Zweden wel relatief sterk staat in vergelijking met andere Europese landen. Marita heeft net haar handen vol gehad met haar dochtertje, maar komt er nu bijzitten. Ik vraag haar of er nog veel feministische bladen zijn. ”Ja, er is Bang natuurlijk.” Of dat blad verbonden is met de partij Feministiskt Intitiativ (FI)? ”Nee, het is linkser dan dat.” In België berichtte De Morgen meermaals over deze nieuwe feministische partij. Aan het hoofd ervan staat een nogal excentriek overkomende vrouw. Ik vraag aan Marita hoe de partij is samengesteld. Zitten er ook mannen bij? ”Ja, de partij bestaat uit zowel vrouwen als mannen en is deels verbonden met de onderwijswereld. Een aantal van de leden zijn actief in het tweedekansonderwijs voor immigranten. ” Ik wil weten of het onderwijs nog altijd zo duur is in Zweden. ”Ja, maar men kan leningen verkrijgen, en er zijn speciale kantjes aan ook. Zo is er bijvoorbeeld een studierichting natuurwetenschappen die alleen voor vrouwen toegankelijk is. Op die manier probeert men meer vrouwen in natuurwetenschappen geïnteresseerd te krijgen.” En toch… de sociaal-democraten hebben hier minder energie geînvesteerd in onderwijs dan in België lijkt me. En net als in Belgenland doen de sociaal-democraten het in Zweden niet al te best meer qua verkiezingsscores.
Zes jaar geleden was Marita actief bij het Communalistische Demalt (Democratisch Alternatief) tijdens de juniprotesten in Gôteborg. De groep benadrukt het belang van een samenleving met onderling samenwerkende politieke communes, en was toen nog vrij nieuw. Demalt mobiliseerde mee voor de protesten en probeerde meer naambekendheid te verwerven door, tijdens de protesten, eigen magazines te verkopen, en had een aantal lezingen met aansluitende discussies gepland. Aan civiele ongehoorzaamheid deden de Demalt-leden niet tijdens de EU-top, en toch werden heel wat leden gearresteerd. Marita vond het in elk geval beangstigend, ze was er niet op voorbereid en verloor alle illusies wat politiegeweld betreft. ”Sommigen zaten nog veel langer vast dan ik zonder iets gedaan te hebben. Dat kwam omdat zij vlakbij de Tuti Bianchi in een school verbleven. Ik zat ook in die school. De politie had het gebouw om 11 uur ´s morgens omsingeld. Tegen de avond drongen ze binnen en werden we allemaal gearresteerd. Pas de volgende ochtend lieten ze me weer los. Bush ging toen naar Göteborg komen, dat weet ik nog.”

Wednesday, June 6, 2007

De donkere zijde van de ecologie


door Rafa Grinfeld

Iedereen lijkt ecologist tegenwoordig. Men vindt ecologisten terug bij Groen!, maar ook steeds meer bij SP.A lijkt het wel. Maar schijn bedriegt…

Laten we eerst even ingaan op de visie van een aantal “Groene senioren” uit Vlaanderen…
“Ecologisten zijn sinds de jaren tachtig de politieke alternatiefstellers die zich onderscheiden van de aanhangers van de klassieke economie, van Adam Smith, David Ricardo, Karl Marx e.a. Ze doen dit door hun andere kijk op de waarde en de waardebepaling van goederen, producten, diensten, productieprocessen… Tegenover de ruilwaarde uitgedrukt in geld plaatsen de mensen uit de groene stroming, meer en meer de gebruikswaarde. Ze zien de globale gebruikswaarde van goederen en diensten.” Groene senioren, 2004
Ecologisten willen inderdaad niet achter de productie- en consumptiemachine aanhollen. Ze willen vooruitziend zijn en bij de keuze van producties en productiesystemen ingrijpen. Reeds bij de economische en sociale besluitvorming moet worden gedacht aan de globale gebruikswaarde van producten en systemen. Maar reeds in de jaren vijftig en zestig waren er ecologisten in de wereld. Dit wijst er op dat Groenen graag het ecologisme willen associëren met klassiek partijdenken en parlementarisme, met diepte-ecologie of met wat men in het Engels deep ecology en environmentalism noemt.
“Ecologisten zijn realisten. Volgens Konrad Lorenz de realisten van de toekomst. Daarom zien ze ook het belang van het monetaire.” Groene senioren, 2004
Waarom er een van traditie rechtse denker hier werd aangehaald door de Groene senioren is mij niet duidelijk. Dat ecologisten realisten zijn en daarom het belang van het monetaire inzien is ook eigenlijk een verdekt pleidooi voor het omarmen van markteconomie. Elk ander model wordt impliciet als onrealistisch voor de toekomst afgedaan, of het nu op kleine schaal of grote schaal plaatsvindt, binnen vijf jaar of binnen vijfduizend jaar.
Een model van morele, principiële economie waarin iedereen werkt naar vermogen en krijgt naar behoefte, zoals al vroeg verdedigd werd door de anarchocommunist Errico Malatesta en later ook door soortgelijke denkers, lijkt niet te passen binnen dit kader van “realisme”. Want ecologisten weten zogezegd dat geld onontbeerlijk is voor het organiseren van sociale rechtvaardigheid, maar dat er niet-monetaire dimensies aan de strijd voor rechtvaardigheid moeten worden toegevoegd.
Dit standpunt is eigenlijk eerder typisch voor “environmentalists” en niet voor ecologisten, het bestaande economische systeem wordt niet volledig in vraag gesteld maar moet een groene omschakeling kennen. “Ecology” en “environmentalism” worden erg vaak met elkaar verward, maar er is wel degelijk een verschil.
Ecologie draait om wetenschap en kennis van de natuurlijke processen, om radicaal milieudenken. Ecologie vindt zijn oorsprong in sociale rechtvaardigheid. Het is daar onlosmakelijk mee verbonden. Ecologische ontwrichting leidt tot sociale moeilijkheden. Sociale ontwrichting vormt een basis voor ziekte en ecologische problemen. Environmentalism stuurt niet aan op een breuk met marktdenken. Geld blijft de omgangsvormen kleuren, economische dualisering in de vorm van onrechtvaardige ongelijkheden in inkomen en behoeftenbevrediging kan verder blijven bestaan. Zeker voor de “ecologisten” van SP.A en de mensen van Groen! met de bekendste gezichten en het meeste media-aandacht, geldt dit.
“Realisme” houdt ook in dat mensen die deelnemen aan verkiezingen regerings- en lokale bestuursverantwoordelijkheid moeten opnemen. Parlementen, provincieraden en gemeenteraden zijn er niet voor de langdurige oppositie. Zelfbestuur wordt zo een vies woord, politieke communes een onbereikbaar ideaal, en municipalisme iets voor radicale stromingen in het zuiden van Mexico.

Wat maakt iemand anarchistisch?

Volgens mij heeft het vooral met een gevoel te maken ergens bij te horen. Als men zich weinig thuis voelt in de anarchistische beweging gaat...